SpieghelKIDS

Brieven uit een ver land

Brief 10

Groetjes van mij, voor jou,

Ja zoiets schrijf je meestal aan het einde van een bericht of een brief, maar ik dacht dan is het meteen duidelijk dat ik ga vertrekken. Ik neem afscheid, ik houd het voor gezien. Ik, Virus. Niet omdat ik je niks meer te vertellen heb, maar ik heb begrepen dat iedereen van mij af wil. Dus jij ook. Nee je hoeft nu niet te gaan huilen over mij. Dit is gewoon even slikken. Nooit meer een brief van Virus. Behalve wanneer ik terugkom. En kijk, daar ben ik al. En ik blijf. (Ja ik ben nogal onvoorspelbaar.) Maar weet je, ik blijf niet zoals ik bén, ik blijf zoals je mij kunt herínneren (leuk?). En ik heb dus hink-stap-sprong besloten dat mijn broertje Pinkstervirus het van mij mag overnemen.

De belangrijkste persoon in de Bijbel is Jezus, en over hem kan mijn broertje het beste vertellen. Pinkstervirus heeft ook geholpen bij het eerste opschrijven van de verhalen over Jezus. Dus, als wij jullie over Jezus willen vertellen, moet hij dat maar doen. Weet je wat, en daarmee neem ik afscheid, ik vraag het hem nú even.

Virus: Hee Pinkstervirus, betrouwbare gast, zou je de kinderen over Jezus willen vertellen in brieven die zoals Virusbrieven zijn, maar dan pietsje anders misschien?

Pinkstervirus: Ha, gezellige onruststoker, zieke herrieschopper, dank je wel voor je eerlijke brieven recht uit je Virushart. Je vertelde over de kleine en oude Mozes, over zijn prinses, de twee moeders, de doorgedraaide koning, de nieuwe toekomst, en ook over Abraham, Saraï, over Izak en Rebekka, Jakob en Ezau (beetje dom, Ezau schrijf je als Esau); en je vertelde zelfs een verhaal dat niet in de Bijbel staat voor wie niet kan lezen dat dat er ook staat, of zoiets. Ik dacht dat je werkelijk niet te stoppen zou zijn, zoals jij altijd doorgaat. Dank je wel voor je vraag, ik hoop dat ik je niet zal teleurstellen.

Virus: Ha, een echt virusachtig antwoord van je, lekker springerig, zodat je denkt welke kant gaat het op. Ik hou van je. Maar ik vroeg: wil je de kinderen over Jezus vertellen, zo mooi als je dat vroeger al kon toen je de Bijbelschrijvers inspireerde?

Pinkstervirus: Heel graag, dodelijke makker, voor echt leven in de brouwerij moeten ze bij mij zijn, haha.

Virus: Kun je dan ook dingen schrijven die we willen lezen omdat ze onbekend, omdat ze spannend, omdat ze…

Pinkstervirus: Niemand kent mij beter dan jij Virus! Dat wil ik inderdaad doen. Ik ga over Jezus dingen vertellen die onbekend zijn. Hoe was hij als kind, op school, thuis. Met wie speelde hij? Wat deed hij wel, wat deed hij niet. En toen hij een tiener was, een puber, een twintiger…

Virus: Staat dat allemaal niet in de Bijbel?

Pinkstervirus: Nou, hij was 12 en hij ging mee naar de tempel, dat staat er wel in. En hij was 19 toen zijn stiefvader Jozef stierf – dat staat niet in de Bijbel, maar iemand heeft het wel opgeschreven in een oud boek. Maar verder, nee, in de Bijbel kon natuurlijk ook niet álles worden opgeschreven, dan werd ie veel te dik, en nu is ie ook niet aan de dunne kant.

Virus: Ik wens je veel succes!

Pinkstervirus: Dank je, dank je! Ik wens je een goed nieuw leven. Het zou echt een zégen zijn als ik minstens zoveel succes zou hebben als jij Virus, maar dan in omgekeerde richting of zo, haha, dat niemand ziek wordt van mij, maar dat iedereen van mij opkikkert!

Hallo kinderen, 
hier Pinkstervirus,

ff serieus, ik heb de grote Claire (daarom heet ze Claire de Groot) gevraagd of ze een tekening wil maken van Jezus als kind.
Dit is hem geworden:

Je ziet, Jezus heeft een boekrol. Hij leest graag. Hij houdt van woorden, hij wil weten wat er staat. Super nieuwsgierig is hij. En dat moet je ook wel zijn hè, wil je een beetje groot worden – misschien zo groot als Claire. Je hoeft niet per se van boeken te houden, maar blijf lezen (deze brieven bijvoorbeeld). En blijf vooral nieuwsgierig. Daar word je wijzer van.

In de Bijbel staat, in Lukas 2 vers 40 en 52, dat Jezus steeds wijzer werd. Maar hij kreeg dat als kind natuurlijk ook niet zomaar cadeau. Daar moet je wel wat voor doen. Maar wat zo mooi is, in de Bijbel staat erbij dat God voor hem zorgde. Dat is wel iets om te onthouden. God zorgt voor alle kinderen. Hij houdt van ze. Grappig is dat Jezus vaak zin had om dat tegen andere kinderen te zeggen: God houdt van jou. Hij houdt van mij, maar ook hartstikke van jou. En Jezus zei dat nooit op een rare manier serieus of zo, hij moest er altijd bij glimlachen, heel lief. De mensen hielden van hem. En God ook.

Maar, en dat was een beetje jammer, Jezus had geen vriendjes. Alle kinderen vonden hem een beetje raar. Overal en altijd had Jezus die boekrol bij zich. Als ze gingen spelen in het bos of als ze gingen zwemmen. Natuurlijk was Jezus erbij. Maar niet zonder boekrol. Die kon hij niet missen. En dat was toch wel een beetje raar. Kun jij bedenken wat hij daar nou steeds mee moest? Ik heb geen flauw idee. Hij zei dat hij ermee praatte. Hij had onderonsjes met zijn Vader, zei hij. Ik schudde dan mijn Virushoofd. Weet je moeder daarvan, zei ik dan – of ik zei het niet, ik fluisterde het in zijn oor. En heel, heel zachtjes vraag ik nu aan jou: wil jij misschien vriendjes worden met Jezus? Hij zou het fijn vinden.

Groetjes,
Pinkstervirus (‘t broertje van Virus)