SpieghelKIDS

Verhaal voor de kinderen

Petrus

Inleiding

Na het feest van Pasen spelen zich nog verschillende verhalen af in de bijbel, waar Jezus af en toe verschijnt aan mensen. De schrijver wil ons hiermee vertellen: Jezus leeft voort bij God. Hij is er nog wel, maar niet meer op de aarde. Af en toe verschijnt Jezus voor zijn leerlingen, zo ook voor Petrus.

Petrus is in de bijbel echt een bijzonder figuur. Ik houd wel van zo’n type. Hij is gewoon mens. Hij heeft praatjes voor 10, schreeuwt zijn gevoel soms lekker van de daken, en dan, plotseling zit hij verlegen in een hoekje, omdat hij eigenlijk niet meer weet hoe nu verder.

En deze Petrus is groot fan van Jezus. Dat laat hij ook vaak merken. Maar als het gevaarlijk wordt om Jezus te blijven steunen, dan wordt Petrus bang en doet hij net alsof hij Jezus niet meer kent…

Misschien ken je het eeuwenoude verhaal wel waarin aan Petrus drie keer wordt gevraagd: jij bent toch ook een fan van die Jezus?’ De eerste keer door een meisje, de tweede keer door een ander jong meisje, de derde keer door een man die in de buurt van Petrus stond.

En drie keer antwoordt Petrus : ‘dat is niet waar. Ik ken hem niet.’ En dan kraait er een haan en wordt Petrus herinnerd aan Jezus’ woorden die hem al hadden gezegd dat hij ooit zou ontkennen dat hij Jezus’ vriend was. Vervolgens….zo staat er in het bijbelverhaal: ‘rent Petrus naar buiten en begint vreselijk te huilen…’

Toch…toch krijgt Petrus een nieuwe kans. Want na Pasen verschijnt Jezus in het evangelie van Johannes aan Petrus. En wat er dan gebeurt, horen jullie zo in het bijbelverhaal.

Hoe en wat?

Het Johannes-evangelie (evangelie betekent: goede boodschap, zie de vorige Spieghelkids) is het jongste evangelie van de vier evangeliën. Het oudste evangelie is geschreven door Marcus, dat dateert uit 70 na Christus. Daarna hebben we het evangelie geschreven door Matteüs, en het evangelie geschreven door Lukas; beide dateren ongeveer uit 90 na Christus. En we denken dat het evangelie van Johannes rond 100 na Christus geschreven is. Al deze vier bijbelboeken zijn dus een kleine 2000 jaar oud!

We zien in deze bijbelboeken dat Matteüs en Lukas het evangelie van Marcus hebben gebruikt als bron. Zij nemen verhalen van Markus over en breiden deze ietwat uit. Ook hebben Matteüs en Lukas verhalen overgenomen uit een document dat verloren is gegaan. Op de bijbel-school noemen ze dat document: bron Q. Q staat voor het Duitse woord Quelle, dat ook letterlijk bron betekent. In dat document hebben waarschijnlijk allerlei uitspraken en citaten van Jezus gestaan. Letterlijke uitspraken van Jezus. We denken dat dat document zo ongeveer in 50 na Christus samengesteld/gemaakt is. 17 jaar na de dood van Jezus. Juist op het moment dat de eerste ooggetuigen die Jezus hadden meegemaakt, overleden waren…Toen kwam de behoefte op om toch op te schrijven wat er zo bijzonder was aan die Jezus en aan zijn verhalen.

Bijbelverhaal

Jezus is er niet meer. Maar toch… toch verschijnt Jezus een aantal keer aan mensen. En de mensen snappen het eigenlijk niet. Hij is er niet meer, hij is dood, maar toch zien ze hem af en toe. Is dat nu een droom? Of niet? Het lijkt wel of Jezus voortleeft bij God in de hemel.

Ook Petrus ziet Jezus. Jezus komt naar hem toe. Petrus wordt een beetje nerveus. Hij denkt aan Jezus’ woorden: ‘Nog voor de haan kraait, zal jij drie keer gezegd hebben, dat je me niet kent…’ 

En dat was ook zo gegaan. Petrus was inderdaad bang geworden. Mensen deden zo lelijk en gemeen tegen Jezus. En Petrus durfde niet meer voor Jezus op te komen. Hij was bang dat mensen ook gemeen en lelijk tegen hem gingen doen. Begrijpelijk maar natuurlijk niet echt fijn voor Jezus.

‘Help’ denkt Petrus, ‘Jezus staat nu recht voor mij. En hij kijkt mij aan.’ Petrus begint wat te draaien op zijn stoel. Hij vindt de situatie echt zwaar a-relaxed, en wil het liefst wegvluchten. Maar dat durft hij toch ook weer niet…

En dan komt die eerste vraag van Jezus. Nee, hij begint niet over het verleden. Hij stelt geen vraag in de zin van: ‘waarom heb je me toch zo in steek gelaten? Weet je wel hoeveel pijn je me hiermee doet’ Nee, Jezus komt met een andere vraag: ‘Simon Petrus, zoon van Johannes, houd je van mij?’

‘Wat is dat nu voor een vraag’ denkt Petrus. Natuurlijk houd ik van Jezus. En dat antwoordt hij dan ook: ‘Jezus, u weet dat toch wel van mij, natuurlijk houd ik van u.’ Toen zei Jezus: ‘Zorg dan goed voor de mensen, die mij omringden, zorg voor hen net zo liefdevol en zorgzaam, zoals een herder voor zijn kudde zorgt…’

Maar dan komt opnieuw eenzelfde vraag uit de mond van Jezus: ‘Simon Petrus, zoon van Johannes, houd je van mij?’ En Petrus is verbaasd. Dat is precies dezelfde vraag als zojuist. Wat moet hij nu toch antwoorden? Natuurlijk houdt hij van Jezus. En hij zegt: ‘Ja, Jezus, u weet dat toch…u weet toch dat ik van u houd…?’ En Jezus antwoordt: ‘Pas dan goed op de mensen, die mij omringden, zoals een herder op zijn schapen…’

En dan voor de derde keer… Nee… dan komt weer dezelfde vraag op hem af… Jezus: waarom doet u dit mij aan? ‘Simon Petrus, zoon van Johannes, houd je van mij?’

En Petrus wordt verdrietig omdat Jezus drie keer dezelfde vraag aan hem stelt. Blijkbaar heeft hij zijn geloofwaardigheid verloren. Wil Jezus nu drie keer horen dat hij echt van hem houdt om de drie keer te vergeven en te vergeten dat hij Jezus heeft verloochend (ontkend dat hij Jezus zou kennen)? Of vraagt Jezus drie keer aan hem of hij van hem houdt, omdat hij Petrus gewoon wantrouwt?  En Petrus antwoordt opnieuw, op deze derde vraag: ‘Jezus, u weet alles, U weet toch dat ik van u houd…’

Toen zei Jezus opnieuw: ‘Zorg dan goed voor de mensen, die mij omringden, zoals een herder voor zijn schapen…’

En het was even stil…

Vervolgens zei Jezus tegen Petrus: ‘Besef wel: het zal gevaarlijk blijven om mij lief te hebben, ook straks in de toekomst… straks als je oud bent geworden, zal je gevangen genomen worden, doordat je mij liefhebt, en gebracht worden naar een plaats waar het moeilijk zal zijn…’

Gespreksvragen

Soms is het niet gemakkelijk wanneer je iets gedaan hebt, wat je liever anders had willen doen, om daar opnieuw aan herinnerd te worden door iets of door iemand. Toch doet Jezus dat in ons bijbelverhaal.

Waarom doet hij dat?

Vind je dat hard/raar/vreemd van hem?

Vind je dat liefde ervoor moet zorgen dat je niet meer over die dingen praat? Of is het juist zo dat de liefde van ons vraagt: laten we wel praten over dat wat niet goed is gegaan, en daarna weer samen opnieuw beginnen?

Stel je voor dat jij Petrus was: wat had jij zelf fijner gevonden?

Waarom denk je dat Jezus drie keer dezelfde vraag aan Petrus stelt?

Jezus vraagt drie keer of Petrus wel van hem houdt. Het telwoord drie heeft in de bijbel een bijzondere betekenis. Het is een beeld voor iets, voor een dag of een gebeurtenis, dat beslissend is (geweest), dat invloed heeft, dat bepalend is voor mensen. De schrijver van het verhaal zegt hiermee zoiets als: lezers, let op, er komt ergens in dit verhaal, vroeg of laat, een belangrijke wending, veelal een spoor van God, naar voren…

Waar in de bijbel komt nog meer het telwoord drie voor?

In het Paasverhaal: Jezus die opstaat uit de dood op de derde dag.

De bruiloft te Kana die letterlijk in het water dreigde te vallen, omdat de wijn op was, vindt ook plaats op de derde dag. (Zie Joh. 2:1). En op die derde dag verandert in dat verhaal water in wijn. (schaarste verandert in overvloed).

Ook kraait de haan nadat Petrus drie keer heeft gezegd dat hij Jezus niet kent.